Vergunningplicht voor kortstondige verhuur in overeenstemming met de dienstenrichtlijn

Vergunningplicht voor kortstondige verhuur in overeenstemming met de dienstenrichtlijn

Steden als Amsterdam en Den Haag proberen al langere tijd de toeristische verhuur van huizen en appartementen in te perken. Men wil voorkomen dat gewone huurders geen kans meer maken op de woningmarkt en toeristen de overhand krijgen in de binnenstad.

Uitspraak Hof van Justitie
De Europese Dienstenrichtlijn is van toepassing op de kortstondige verhuur van gemeubileerde woonruimte aan toeristen. Bij uitspraak van 22 september 2020[1] in een Franse zaak heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat een nationale vergunningplicht voor herhaalde kortstondige verhuur van woonruimte aan incidentele klanten die daar niet hun woonplaats hebben, verenigbaar is met de Dienstenrichtlijn en het Unierecht. Overheden kunnen ingrijpen in de verhuurmarkt als “de bestrijding van het tekort aan woningen voor langdurige verhuur” dat nodig maakt, aldus het Hof.

Totaalverbod in Den Haag op vakantieverhuur
De EU-regels laten dus ruimte om verhuurders als Airbnb een vergunningplicht op te leggen. De gemeente Den Haag gaat echter verder en kent sinds kort zelfs een algeheel verbod op vakantieverhuur. Vergunningen worden niet verleend. Wie toch verhuurt, krijgt een waarschuwing. Wie blijft verhuren, krijgt een last onder dwangsom. Die dwangsom wordt een boete als er wéér wordt verhuurd. Dit lokale beleid geldt totdat de nieuwe landelijke wet toeristische verhuur van woonruimte in werking treedt. Wanneer de nieuwe wet in werking treedt, is niet bekend.

De vraag is of een dergelijk absoluut verbod op vakantieverhuur niet strijdig is met de Dienstenrichtlijn. Die vraag ligt ook na de uitspraak van het Hof nog open. Aan het stellen van voorwaarden (of andere eisen, zoals: verplichting, verbodsbepaling of beperking) zijn in de Dienstenrichtlijn beperkingen opgelegd dan wel vereisten verbonden. Ik betwijfel of een absoluut verbod op vakantieverhuur daaraan voldoet en noodzakelijk en proportioneel kan worden geacht ter bestrijding van het tekort aan woningen binnen Den Haag. Absolute verboden en vergaande beperkingen van een dienst zijn uiterste maatregelen die slechts geoorloofd zijn wanneer er geen minder beperkende vereisten kunnen worden gebruikt om het beoogde doel van algemeen belang te realiseren. Of de gemaakte keuze voor een algeheel verbod in Den Haag past binnen de kaders van de Dienstenrichtlijn, zal moeten blijken.

Voor meer informatie over toeristische verhuur kunt u contact opnemen met Martijn Fleers. Hij staat u graag te woord.

[1] Hof van Justitie (Grote Kamer) 22 september 2020,  C‑724/18 en C‑727/18, ECLI:EU:C:2020:743 (Cali Apartments)